“Ik gun digicoaches een belangrijke ontwikkeling binnen hun rol. Van je handen uitsteken naar op je handen zitten! Ik merk dat mensen het lastig vinden om de switch te maken van uitleg en instructie geven naar een coachende rol. Als zorgverlener zijn mensen gewend om de hand te reiken naar de ander en de handjes te laten wapperen. Te doen. En dat is heel verleidelijk als je werkdruk ervaart en de ander zit in nood achter de computer. Dan lijkt het makkelijker om het even zelf te doen en het probleem voor de ander op te lossen. Het effect is echter dat je continu dezelfde vragen blijft beantwoorden. Je creëert een afhankelijkheidsrelatie met de ander. Je hebt misschien wel een situatie opgelost maar het probleem is niet echt helder en jullie werkdruk blijft even hoog. En niet onbelangrijk: de ander groeit in zelfvertrouwen als hij of zij het zelf kan. En die trots van de ander is brandstof voor jou als digicoach!.”

Trainer aan het woord
Mooie woorden van Krista Snijders, trainer en coach bij o.a. Buro StrakZ, psycholoog, psychomotorisch therapeut en consulent bij het CCE. Haar rol is steeds gericht op het aansteken van het vuurtje bij mensen in de passie voor hun werk.

Coaching is een belangrijk thema in de digicoachtrainingen die Krista (net als 12 andere collega’s) verzorgt voor Buro StrakZ. Wat vraagt het nou volgens haar om van instructie of hulp naar coaching te gaan?

“Allereerst: de overgang naar een meer coachende houding vraagt natuurlijk ook iets van de persoon die je coacht. Als die gewend is dat jij altijd problemen voor hem of haar oplost zal die wellicht in verwarring raken of gaan sputteren en aan jou trekken. Als jij normaal gesproken meteen in actie komt als de andere roept: ‘help mijn wachtwoord! Ik weet het niet meer’. En jij nu ineens vragen gaat stellen om de ander te helpen het zelf op te lossen leidt dat tot een nieuwe relatie. Dat patroon is niet zomaar te doorbreken. Je moet dus niet alleen je eigen gedrag aanpassen als digicoach maar je ook realiseren wat er daardoor bij de ander gebeurt en welk effect dat heeft op jullie relatie. Weerstand die dan ontstaat is eigenlijk een heel goed teken!”

Het vraagt van de digicoach dat die weerstand erkend wordt en misschien ook benoemd. ‘Ik vind het ook heel ongemakkelijk maar ik wil jou echt helpen om het zelf te doen. Dan leer je het meest. Jij wordt sterker als ik je help het zelf op te lossen’.”

Instructie is niet verboden!

Krista vervolgt: “als jij de ander gaat uitleggen of oplost weet je ook niet of je op het goeie niveau aansluit. Als iemand het zelf gaat doen zie je dat vanzelf. Belangrijk is dat het niet betekent dat je nooit meer iets op mag lossen van de ander of instructie mag geven. Als iemand in paniek naar jou toe komt omdat er een zaal met 50 man zit en de beamer doet het niet en jij gaat dan coachen… Dan ben je bloedirritant!
Je moet dus steeds een afweging maken wanneer je moet helpen en wanneer je moet coachen. Soms moet het probleem eerst opgelost worden.”

Wat kun je dan als digicoach concreet doen als je van jezelf weet dat je wat oplossingsgericht bent?

  • Registreer maar eens welke vragen je binnen krijgt als digicoach en hoeveel daarvan herhalende vragen zijn.
  • Geef aan collega’s aan dat je het moeilijk vindt. Benoem dat je het lastig vindt om op je handen te zitten maar dat je weet dat dat het beste is voor de ander. Laat zien dat ook jij aan het leren bent.
  • Vraag of de ander je een seintje wil geven als je toch aan het oplossen bent.
  • Bij sommige mensen werkt het goed om echt op je handen te gaan zitten zodat je niet dat toetsenbord over kan nemen. Of op de inmiddels ouderwetse anderhalve meter.
  • Soms kan een andere lichaamshouding ook helpen. Niet actief vooroverleunend zitten maar rustig achterover leunen.
  • Ga sowieso niet zelf achter de computer zitten maar laat de ander de knoppen bedienen.
  • Geef in het begin van het gesprek al aan dat het belangrijk is dat de ander zoveel mogelijk zelf gaat doen (maar dat jij er natuurlijk bij bent om hen daarbij te ondersteunen).
  • Leg uit waarom het zo belangrijk is dat de ander het zelf doet: er is zo veel kans dat je het verkeerde uitlegt als je zelf de knoppen bedient. Het geeft veel meer inzicht en scheelt tijd als direct zichtbaar wordt op welk punt iemand het niet meer weet.
  • Evalueer na afloop van een gesprek je eigen houding of vraag feedback.
  • Onderzoek op welke momenten je met name de neiging krijgt om het over te nemen. Wat zegt dit over jou als coach en hoe kun je hierin ontwikkelen?

En….doen doen doen. Dat is de beste manier om je bewust te worden van je gedrag.

Wees echter niet te streng voor jezelf. Je zal echt nog vaak in een valkuil van oplossen stappen. Dat doe ik zelf ook regelmatig. Ik merk dat ik te hard aan het werk ben in een intervisie als ik helemaal voorover zit en bijna in het scherm kruipen. Dan denk ik ‘Hohoho Krista. Je bent niet verantwoordelijk voor dit proces dat zijn de mensen zelf’. Gelukkig weet ik inmiddels dat je (minimaal) een keer of tien in je eigen valkuil moet stappen voor je hem weet te omzeilen, daardoor kan ik het beter accepteren en zie ik het als leren.”

Vervolgtraining
Wil je dit extra oefenen? Krista geeft de vervolgtraining voor digicoaches ‘Bruggen bouwen en motiveren’. “Ik ga ze helpen om  vaardigheden te oefenen en hun kwaliteiten in te zetten in lastige coachsituaties. Maar ik help digicoaches ook om trots te zijn elke keer dat het lukt. We moeten het vooral niet te zwaar maken. Dit is een vaardigheid die heel veel mensen lastig vinden! Dus relax en oefen. En oefen gerust nog een keer.”